De relatie tussen verschillende bouwstijlen en tuinstijlen is nog bij veel kastelen en landhuizen te vinden. Tot op de dag van vandaag heeft dat grote aantrekkingskracht op mensen om inspiratie op te doen of kennis te nemen van de filosofie van die tijd. Frankrijk heeft een zeer rijke historie met veel adel die in staat waren om zich een tuin te veroorloven. Het was een statussymbool en in de hoogtijdagen van de achttiende eeuw werden tuinen en tuinaanleg zelfs gezien als kunstvorm. Grondlegger van dit alles was Dezallier d’Argenville.
Dezallier d’Argenville was een hooggeplaatste ambtenaar en tuinliefhebber, die leefde in de achttiende eeuw. Hij is de grondlegger geweest van de tuinkunst en heeft gediend als voorbeeld voor veel architecten, zowel in Frankrijk als daarbuiten. In 1709 schreef hij het boek La theorie et la pratique du jardinage. In dit boek benadrukt hij dat ‘ook koningen hielden van de landbouw, een wetenschap zo aangenaam en zo geacht te allen tijde door de meest bekwame personen, dat verscheidende koningen en prinsen zich verwaardigd hebben om na hun oorlogszaken zich erom te bekommeren.’ Dit zegt wel iets over de beleving en mate van belangrijkheid in die tijd. Dezallier d’Argenville beschrijft waar de tuinen in de tijd van de beroemde tuinarchitect La Notre en daarna aan moeten voldoen. Het boek beschrijft hoe men een tuin dient aan te leggen, welke technieken men daarbij kan gebruiken en waar een tuinarchitect aan moet voldoen. Hij vat de ervaring en kennis samen als L’art du jardinage. Stijlkenmerken uit deze periode worden tot op de dag van vandaag nog toegepast in nieuwe ontwerpen van tuinen. Dezallier d’Argenville blijft daarbij een onuitputtelijke inspiratiebron voor zowel de professionele ontwerper als voor tuinliefhebbers .
Ook in deze tijd kunt u elementen van toen toepassen in uw eigen tuin. Misschien in een modern jasje, maar de basis is gelijk. Een statige Maison de maître leent zich bijvoorbeeld uitstekend om een formele tuin bij aan te leggen volgens de wiskundige wetten van D’Argenville. Kenmerken die daarbij horen zijn een centrale as, dit kan een pad of oprit zijn en haaks daarop een indeling in symmetrische vakken en patronen. Het plaatsen van eyecatchers op strategische punten, zoals op hoeken van perken of als begeleiding langs paden , zorgt voor dieptewerking. Wilt u echt een uitdaging en bent u niet te benauwd de snoeischaar ter hand te nemen, dan kunt u zelf buxus of taxus in vorm knippen.
